Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie K
- Kruisra
- Kruisraam
- Kruisraap
- Kruisrib
- Kruisrichting
- Kruisridder
- Kruisriem
- Kruisroos
- Kruisschei
- Kruisschenen
- Kruisschip
- Kruisschoor
- Kruisschot
- Kruisschutter
- Kruissjorring
- Kruissleutel
- Kruissnarig
- Kruissnelheid
- Kruisspin
- Kruisspoel
- Kruisspreken
- Kruissprong
- Kruisstaf
- Kruisstatie
- Kruissteek
- Kruissteen
- Kruissteng
- Kruisstraat
- Kruisstraf
- Kruisstreep
- Kruisstuk
- Kruissysteem
- Kruisteken
- Kruistitel
- Kruistocht
- Kruistoren
- Kruistouw
- Kruistuig
- Kruistype
- Kruisvaan
- Kruisvaarder
- Kruisvaart
- Kruisvaartprediking
- Kruisvenster
- Kruisverband
- Kruisverbinding
- Kruisverbond
- Kruisverhaal
- Kruisverheffing
- Kruisverhoor
- Kruisverlamming
- Kruisvinding
- Kruisvink
- Kruisvloot
- Kruisvorm
- Kruisvormig
- Kruisvos
- Kruisvuur
- Kruiswant
- Kruisweefsel
- Kruisweegs
- Kruisweek
- Kruisweg
- Kruiswerk
- Kruiswissel
- Kruiswoord
- Kruiswoordpuzzle
- Kruiswoordraadsel
- Kruiswortel
- Kruiswulf
- Kruiszeel
- Kruiszeil
- Kruiszuil
- Kruiszuster
- Kruiszwieping
- Kruit
- Kruitbak
- Kruitbus
- Kruitdamp
- Kruitdoop
- Kruitfabriek
- Kruithoorn
- Kruithuis
- Kruitkamer
- Kruitkist
- Kruitkoek
- Kruitkorrel
- Kruitlading
- Kruitloop
- Kruitlucht
- Kruitmaat
- Kruitmagazijn
- Kruitmolen
- Kruitouw
- Kruitproef
- Kruitreuk
- Kruitschip
- Kruitslijm
- Kruitsoort
- Kruitton
