Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie D
- Dienstbodenhuis
- Dienstbodenjapon
- Dienstbodenkamer
- Dienstbodenvolk
- Dienstbodenvraagstuk
- Dienstbodenwerk
- Dienstbrief
- Dienstcontract
- Dienstdoend
- Dienstdoener
- Dienstenveloppe
- Dienster
- Dienstgebruik
- Dienstgeheim
- Dienstig
- Dienstigheid
- Dienstijver
- Dienstjaar
- Dienstje
- Dienstkaart
- Dienstkleding
- Dienstklopper
- Dienstknecht
- Dienstkring
- Dienstleiding
- Dienstloon
- Dienstmaagd
- Dienstman
- Dienstmeid
- Dienstmeisje
- Dienstneming
- Dienstnet
- Dienstorder
- Dienstpaard
- Dienstpersoneel
- Dienstpet
- Dienstplicht
- Dienstplichtig
- Dienstregeling
- Dienstreglement
- Dienstreis
- Dienstrevolver
- Dienstrooster
- Dienststempel
- Dienststuk
- Diensttak
- Diensttelegram
- Diensttijd
- Dienstuur
- Dienstvaardig
- Dienstvaardigheid
- Dienstvaart
- Dienstvak
- Dienstvast
- Dienstverband
- Dienstverbintenis
- Dienstverbreking
- Dienstverhouding
- Dienstverrichting
- Dienstvervulling
- Dienstvoorschrift
- Dienstvrij
- Dienstweek
- Dienstweigeraar
- Dienstweigering
- Dienstwerk
- Dienstwillig
- Dienstwilligheid
- Dienstwoning
- Dienstzaak
- Dientafeltje
- Dientengevolge
- Dienvolgens
- Diep
- Diep, plaats
- Diepbedroefd
- Diepbedrukt
- Diepbetreurd
- Diepblauw
- Diepboorinstallatie
- Diepboring
- Diepdenkend
- Diepdoordacht
- Diepdruk
- Diepdrukinkt
- Diepdrukmethode
- Diepdrukpapier
- Diepdrukpers
- Diepen
- Dieper
- Dieperik
- Diepgaan
- Diepgang
- Diepgangmeter
- Diepgangsmerk
- Diepgezonken
- Diepgronden
- Diepgrondig
- Dieping
- Diepliggend
