1. (overg.) diep maken ; uithalen, baggeren ; vgl. uit-, verdiepen ;
2. (zeew.) (overg. en absol.) loden;
3. (schild.) door een donkerder tint doen terugwijken;
4. (spr.) dat kan diepen noch drogen, dat verandert niets aan de zaak.
Gepubliceerd op 01-01-2021
Diepen
betekenis & definitie