m. (-en).
DIJEN, (dijde, is gedijd),
1. opzwellen, uitdijen: rijst moet dijen;
2. gedijen, tieren: die planten dijen hier niet; — ’t zal er nog heel wat aan moeien dijen, eer . ..., ’t zal nog heel wat ten goede moeten keren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: