Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Décharge

betekenis & definitie

(Fr.), v.,

1. ont-, opheffing;
2. vrijspreking; — kwijting, ontheffing, inz. van een rekening en verantwoording verschuldigd persoon of college;
3. getuige à décharge, die van de zijde van de beklaagde te zijner ontlasting wordt voorgebracht.

< >