Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Amok

betekenis & definitie

(Jav.), o., bij de inheemse bewoners van Indië voorkomende toestand van razernij, waarin zij ieder die hen ontmoet trachten te vermoorden (vooral als gevolg van onmatig opiumschuiven): amok maken;amok slaan, alarmsein, door de inlandse wachters gegeven, om de bewoners van de omtrek voor de razende inlander te waarschuwen ; — geval van amok : de controleur werd in een amok gedood ; oneig. : opschudding, herrie.

< >