Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afschaffer

betekenis & definitie

m. (-s), iem. die iets afschaft of afgeschaft heeft, inz. iem. die geen sterke drank meer gebruikt en ook meestal anderen tracht te bewegen die niet te drinken; — lid van een afschaffiingsgenootschap ; (scherts.) hij is ook geen afschaffer, houdt wel van een glaasje.

< >