Uit de spreektaal is dit woord geheel verdwenen. In de schrijftaal wordt het nog wel gebruikt voor: snoodaard, schurk.
Het is eigenlijk het deelwoord van een thans geheel verouderd werkwoord verlaten dat: vergiffenis schenken betekende. Onverlaten was dus hij aan wie geen vergiffenis kon worden geschonken. In een reisjournaal uit de zeventiende eeuw leest men dat ‘twee onverlaten gasten worden veroordeeld aan land gezet te worden om hun slecht gedrag en weerspannigheid’. Hier betekent onverlaten eigenlijk al: schurkachtig.De vorm onverlaten is daarna zelfstandig gebruikt, oorspronkelijk alleen in het meervoud. Pas later is het enkelvoud onverlaat ontstaan, waarbij wel van invloed zal zijn geweest het nu ook geheel verdwenen woord: onvlaat, dat: vuiligheid, vuilak betekende.