(de, -en), trilveen, d.i. zwamp (moeras) waarvan de bodem bestaat uit een veenlaag die op water drijft. Als bijzonderheid kunnen nog de zwiebelzwampen genoemd worden, die enige meters diep zijn en bedekt met een dikke, drijvende veenlaag, waarop een vegetatie van in hoofdzaak cypergrassen (L&Mo 11).
- Etym.: Wie over zo'n zwamp loopt, ‘zwiebelt’, d.w.z. wankelt en dreigt telkens te vallen. Het is min of meer de vert. van E swaying swamp.