Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

vissersboot

betekenis & definitie

(de, -boten), (i.h.b.:) open boot van ongeveer 17 m. lang en 3,5 m breed waarmee voor de kust en op de benedenrivieren gevist wordt; vroeger met 8 à 10 roeiers en een stuurman, thans met en buitenboordmotor. Om onze levensmiddelen en al hetgeen wij verder bij ons hadden naar de Raleighvallen te vervoeren, werden 3 groote zoogenaamde visschersbooten aangekocht, die te zamen ongeveer 8 ton laden konden (Bakhuis 22).

< >