Vissersboot
v. (...boten).
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
boot om te vissen. boot die door vissers wordt gebruikt om vis te vangen en die daartoe van de nodige uitrusting is voorzien. Voorbeelden: Later vliegen de jonge papegaaiduikers uit naar de volle zee, waar zij iets minder te vrezen hebben van olievlekken. In zeer visrijke gebieden gebeurt het echter niet zelden dat zij in de grote sl...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
vissersboot - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) een voor de visvangst ingerichte boot Woordherkomst samenstelling van visser en boot met het invoegsel -s- Synoniemen vissersschip
Muiswerk Educatief (2017)
vissersboot - zelfstandig naamwoord uitspraak: vis-sers-boot 1. boot die is ingericht voor de visvangst ♢ we gingen met een vissersboot het IJsselmeer op Zelfstandig naamwoord: vis-sers-boot de vissersboot ...
J. van Donselaar (1936)
(de, -boten), (i.h.b.:) open boot van ongeveer 17 m. lang en 3,5 m breed waarmee voor de kust en op de benedenrivieren gevist wordt; vroeger met 8 à 10 roeiers en een stuurman, thans met en buitenboordmotor. Om onze levensmiddelen en al hetgeen wij verder bij ons hadden naar de Raleighvallen te vervoeren, werden 3 groote zoogenaamde visscher...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: