Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

sriba

betekenis & definitie

(de, -’s), naam voor een groot aantal soorten van kleine, meest gevlekte, zilverkleurige vissen, behorende tot de karperzalmen. Henk doet eerst wat water in de bus.

Dan doet Frank het visje er in. Het is net zilver. ‘Een sriba’, zegt Frank. Het is een mooi visje (A. de Vries 1957 (6): 42). - Etym.: S. Oudste vindpl. Teenstra 1835 II: 459 (siriba).

< >