(het, mv.?), (verouderend) bal waarbij allen geheel in het wit gekleed zijn. Met een sprong, die elke kunstenaar uit een paardenspel hem mocht benijden, staat hij op zijn blomvat en na een half verzoekend ‘houdt toch je mond’, waaraan gevolg wordt gegeven, stelt hij voor [als idee voor een toekomstig feest] ... een snowbal (J.S.
Samuels 1904, cit. volgens Doelwijt 1974: 45). - Etym.: E snow = sneeuw. Men liet ook watten als nabootsing van sneeuw naar beneden dwarrelen.