(de, -’s), dun, buigzaam stokje, veelal de nerf uit een palmblad. De eerste 20 minuten de oven niet openen.
Prikken in het midden met een printa of breinaald, die droog moet aanvoelen, als de taart droog is (S&S 228). Deze span [van een fefiprinta, een soort vlieger] bestaat uit de volgende 5 printa’s: twee kroisi-printa’s [kruisprinta’s], de mindri printa [middenprinta], de staandeprinta en de boog-printa (Nekrui 15). - Etym.:s.