(de, -ten), Indiaanse, dikke soep van kasripo, met veel Spaanse pepers, met stukken vlees en vis erin en verder alles wat eetbaar en voorhanden is; zie verder onder het syn. peperpot (1). Ofschoon er een zekere verscheidenheid van voedsel is, behoort kassavebrood en peperpot onveranderlijk tot het menu van de Indianen.
Deze laatste, ook kasripopot genaamd, bestaat uit bittere kasavesap, dat tot een dikke substantie is gekookt, en daardoor zijn giftige eigenschappen heeft verloren (Enc.NWI 103; enige vindpl.).