Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

geboeide boot

betekenis & definitie

(de, boten), open, houten boot die niet vervaardigd is van een uitgeholde boomstam. Deze visserij [strandnettenvisserij] wordt bedreven in open of wel geboeide boten van ongeveer 17 m lengte, 1,7 m breedte en 64 cm diepgang (Enc.Sur. 638).

Etym.: AN boeien, opboeien = het boord van een boot verhogen met opstaande zijplanken. Ook een korjaal kan dus ‘geboeid’ zijn. Bijv.: Verder bracht men hem toen naar de grote loods, waarin op schragen twee grote geboeide korjalen ( ) stonden (Waller 27). NB: Herlein (1718: 127) gebruikt ‘op-geboegd’ i.p.v. ‘opgeboeid’. Tegenwoordig gebr. men de term geboeide boot voor een vaartuig, dat men wenst te onderscheiden van een korjaal of een piaka, die wel van een uitgeholde boomstam gemaakt zijn en al of niet geboeid.

< >