(het, -en), (uitspr. flet’gebouw), syn van flat (1): z.a. Wegens spoed vertrek te koop een flatgebouw van steen (DWT 8-41981, in adv.).
Etym.: Het is een gebouw dat ‘flat’ (E) is, d.w.z. plat en vlak. AN flatgebouw = gebouw van een aantal verdiepingen, verdeeld in appartementen. Syn. ook flatwoning. Zie ook: hoogbouw, hoogbouwwoning.