(de, -s), (uitspr. E: flet),
1. huis zonder verdiepingen, niet op neuten; bungalow. Wanneer ik mijn huis zou gaan bouwen, dan zou ik in een hoge neuten huis wonen, want als je in een vlet woont, kunnen er gemakkelijk dieven binnenkomen (Doelwijt 1971: 67).
2. (alleen in samenst., als eigennaam) zand-, klei- of modderbank of -plaat. Op de Hermina flats is een begroeid eilandje hoogstens een paar akkers oppervlakte ( ) (P&P 1908:134).
- Etym.: Het gaat in beide bet. om iets dat E flat (bn.), d.w.z. ‘plat’ of ‘vlak’ is. (1) E f. = o.m. (a) verdieping, (b) appartement op een verdieping. AN flat (uitspr. flet) kan betekenen AN flatwoning (= E f. (b) en SN hoogbouwwoning) of AN flatgebouw, d.i. een gebouw van vele verdiepingen, verdeeld in appartementen. (2) E f. = o.m. id. Syn. van 1 flatgebouw (NB), flatwoning (NB).