Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

druif

betekenis & definitie

(de, druiven), (ook:) (weinig alg.) syn. van zeedruif (schusterdruif, zusterdruif): z.a. Etym.: Zie -druif.

-druif

(de; als tweede lid van een samengest. zn.), naam voor enige planten en hun vruchten, welke laatste op een AN druif lijken: babydruif, bosdruif, koeliedruif, matrozendruif, schusterdruif, zeedruif, zusterdruif. Ze behoren geen van alle tot de Druiffamilie. Etym.: AN druif, wijndruif, is de vrucht van de wijnstok (Vitis vinifera).

< >