Gepubliceerd op 30-07-2020

Zo doof als een kwartel

betekenis & definitie

zeer doof, stokdoof. De verklaring van deze uitdr. is moeilijk, daar een kwartel volstrekt niet doof is, evenmin als een lijster, en toch vindt men in het later Latijn surdior turdo, dover dan een lijster, en ook evenmin als een ekster of een snip; terwijl men toch in het Fries zegt sa dof as in ekster, as in snip naast sa dôf as in kwartel. Elders kent men ulke-doof, zo doof als een bunzing, allemaal dieren, waarvan het in ’t geheel niet bekend is dat zij die eigenschap bezitten. Daar de kwartel tot die dieren behoort, welke, wanneer zij angstig worden, stil op de grond ineengedoken blijven zitten, zodat men er wel op kan trappen zonder dat zij zich verroeren, of een geweer vlak bij hen kan afschieten zonder dat zij opvliegen, zózeer zijn ze door schrik en angst bevangen, is het niet onmogelijk, dat men hem voor doof heeft gehouden. Ook is het bekend dat in de broedtijd het wijfje in een staat van verdoving verkeert en meermalen op het nest blijft, wanneer men erbij gaat staan1) In Z.-Nederl. is ook bekend zo doof als een karpet (= karper). Vgl. Fr. étourdi
comme un hanneton, un braque, une linotte; sourd comme un pot (ook Ndl. zo doof als een pot, potdoof; de gedachte is: de pot heeft oren, maar horen kan zij niet); Hd. taub wie ein Auerhahn in der Bak', Eng. as deaf as a mill-stone, as a post, as a beetle, as an adder (vgl. Psalm 58, vs. 5).
1) Zie nog Buiten, 26 Febr. 1927, bl. 106.

< >