goed aan de gang komen, op streek komen (vgl. de kluts kwijt zijn); op slag zijn, goed aan de gang zijn; aan de slag gaan, aan het werk gaan, aanpakken; vgl. de hand aan iets slaan, het ter hand nemen. Slag heeft in deze uitdrukkingen de alg. betekenis van beweging der armen (in zeker ritme), als het meest kenmerkende van allerlei arbeid. Fr. venir, se mettre en train; Hd. in Zug kommen; Eng. to get in.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk