Gepubliceerd op 30-07-2020

Op rozen gaan of zitten

betekenis & definitie

gelukkig zijn, een aangename levensweg bewandelen, voorspoed ondervinden. Sinds de 17de e. opgetekend. Bij feestelijke gelegenheden, o.a. bij het huwelijk, worden voor de jonggetrouwden bloemen gestrooid, als zinnebeeld van de voorspoed die men hun op hun levensweg toewenst. Vgl. de gewoonte van sommige vorsten in de oudheid om op rozenbedden te slapen (Antiochus). Cleopatra liet bij een gastmaal de vloer een meter hoog met rozen bedekken; Nero liet bij een zwelgpartij rozen op de hoofden der gasten regenen, en Heliogabalus bestrooide zijn gasten zo, dat enigen zich niet uit de bloemenmassa konden werken en erin stikten. Ook in de middeleeuwen bestrooide men bij feestelijke gelegenheid de vloer met allerlei bloemen. Op rozen zitten wordt gebezigd voor: in een zeer aangename positie verkeren, in ’t bijz. voor: onbedreigd zijn positie kunnen handhaven. Vgl. être (couché) sur des roses; son chemin est jonché de roses; Hd. auf Rosen gehen tgov. nicht auf Rosen gebettet sein; Eng. to live in dover; their path is strewn with roses.

< >