Een schip door Noach op Gods bevel gebouwd, om zich en de zijnen te redden uit de zondvloed. En de HERE zeide tot Noach: Ga in de ark, gij en geheel uw huis, want u heb Ik in dit geslacht voor mijn aangezicht rechtvaardig bevonden (Gen. 7:1).
Opm.: van een groot en bont gezelschap wordt wel eens gezegd het is hier de ark van Noach; een zeer oud iemand of een zeer oud voorwerp wordt wel bestempeld als dat is er nog een uit de arke Noachs. Met een arkduif bedoelt men een boodschapper van vrede en geluk (zie Gen. 8:8-14). De benaming arke Noachs of Noachs ark is voorts gegeven aan een tweekleppige uit de familie der arkschelpen (arca noae) en aan een woonschuit, in het bijzonder een schuit die dient als (tijdelijke) woning voor poldergasten.
