Gerechtig, eerlijk, handelend in overeenstemming met het recht. Na de zevende plaag in Egypte
...liet Farao Mozes en Aäron ontbieden en zeide tot hen: Ik heb ditmaal gezondigd, de HERE is rechtvaardig, maar ik en mijn volk zijn schuldig (Ex. 9:27).
Vgl. 2 Kron. 12:6, Ps. 11:7, 145:17, Klaagl. 1:18 en Op. 16:5.
Verkerend in de rechte verhouding tot God, in het bijzonder in een toestand van verzoening met God.
Zie nu, ik heb het recht ordelijk gesteld, ik weet, dat ik rechtvaardig zal verklaard worden (SV, Job 13:18).
...want niet de hoorders der wet zijn rechtvaardig bij God, maar de daders der wet zullen gerechtvaardigd worden (Rom. 2:13).
Vgl. Ps. 37:17, Jes. 24:16, Mat. 13:49 en Luc. 1:6.