1. Onwetendheid (Tgd SCIENTIA, Kennis). Hoe quod fit propter ignorantiam, ita scilicet quod ignorantia sit causa eius, universaliter est non voluntarium, ex hoe quod actus voluntatis non fiertur in illud, S.
THOMAS, COMM. IN III ETHIC. NIC. LECT. 3, Wat uit onwetendheid gedaan wordt, op zulke wijze dus dat onwetendheid er oorzaak van is, is over het geheel genomen iets onwillijks, de wilsdaad slaat er namelijk, niet op. — Ignorantia antecedens, Voorafgaande onwetendheid, teweegbrengende onwetendheid. Ignorantia concomitans, Vergezellende onwetendheid. Ignorantia consequens, Nakomende onwetendheid. Ignorantia dispositionis, Op een dwaling berustende onwetendheid. Ignorantia electionis, Onwetendheid omtrent het voorwierp der keus. Ignorantia inculpabilis, Niet toerekenbare onwetendheid. Ignorantia invincibilis, Onontkombare onwetendheid, onontwijkbare onwetendheid. Ignorantia involuntaria, Onwillijke onwetendheid. Ignorantia negationis, Volslagen onwetendheid omtrent iets. Ignorantia negative accepta, Onwetendheid zonder meer. Ignorantia particularis, Bizondere onwetendheid. Ignorantia praecedens, Voorafgaande onwetendheid. Ignorantia privative accepta, Onbekendheid met wat men weten moet. Ignorantia universalis, Algemeene onwetendheid. Ignorantia vincibilis, Ontkombare onwetendheid, ontwijkbare onwetendheid. Ignorantia voluntaria, Willijke onwetendheid. 2. Onwetendheid, onbekendheid met wat men weten moet (Tgd NESCIENTIA, Onkundigheid; — SCIENTIA, Kennis). Ignorantia in hoc a nescientia differt, quod nescientia dicit simplicem scientiae negationem... ignorantia ver o import at scientiae privationem, dum scilicet alicui deest scientia eorum quae aptus natus est scire, s. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 76, A. 2, C., Onwetendheid verschilt hierdoor van onkundigheid, dat onkundigheid gewone ontstentenis van kennis te kennen geeft, onwetendheid daarentegen gemis aan kennis, dat namelijk iemand niet kent wat hij in staat was te kennen. — Ignorantia affectata, Opzettelijke onwetendheid, VAK HOONACKER 60, bezonnen onwetendheid, DE COCK, OVER DE MENSCHELIJKE DADEN 7. Ignorantia crassa, Grove onwetendheid, VAN HOONACKER 60. Ignorantia culpabilis, Schuldige onwetendheid. Ignorantia excusans, Verontschuldigende onwetendheid. Ignorantia facti, Onbekendheid met het feit, VAN HOONACKER 61. Ignorantia iuris, Onbekendheid met de rechtsgronden. Ignorantia malae electionis, Onbezonnen onwetendheid, DE COCK, OVER DE MENSCIIELIJKE DADEN 7. Ignorantia negligentiac, Onwetendheid uit nalatigheid. Ignorantia non excusans, Niet verontschuldigende onwetendheid. Ignorantia particularium iuris, Onbekendheid met de bizondere rechtsgronden. Ignorantia pravae dispositionis, Boosaardige onwetendheid. Ignorantia universalium iuris, Onwetendheid der algemeene rechtsbeginselen, DE COCK, OVER DE MENSCHELIJKE DADEN 8, onbekendheid met de algemeene rechtsgronden.
