(politieke kringen) smalend voor iemand die op fanatieke wijze het belang van Europa op het oog heeft en minder belang hecht aan het eigen land. In 1991 werd staatssecretaris Dankert een eurozeloot genoemd.
Hij werd beschouwd als een al te vurig pleitbezorger van vergaande bevoegdheden van het Europarlement. Meestal wordt het woord in de ontkennende vorm gebruikt.
Zo zei het Nederlandse kamerlid Timmermans van de PvdA in een debat over de Europese grondwet: Tk ben geen eurozeloot’. De Europese jetset wordt door de Britten ook smalend ‘Eurotrash’ genoemd, dit naar analogie van white trash.De neiging zal zijn - en dat gebeurt in de buitenlandse pers al om Piet Dankert (en zijn staf: de ‘Euro-zeloten’) de schuld te geven: terwijl Van den Broek bezig was overal ter wereld in te grijpen, zou hij zijn stokpaardje van een machtig europarlement te veel bereden hebben. (Vrij Nederland, 05/10/1991)
