Bij een allergie zijn er antistoffen in het lichaam aanwezig die specifiek binden aan de antigenen van de hierboven genoemde allergie verwekkers. Deze lichaamsvreemde moleculen worden allergenen genoemd. Waarom er antistoffen tegen allergenen bestaan, is niet precies bekend.
Stuifmeel, huisstofmijt, huidschilfers van katten, pinda's en vele andere stoffen die ongevaarlijk zijn voor mensen, kunnen soms een afweerreactie opwekken. Iemand die hiervoor allergisch is, krijgt dan last van bijvoorbeeld niesbuien, jeuk of tranende ogen.
Bij een allergie zijn er antistoffen in het lichaam aanwezig die specifiek binden aan de antigenen van de hierboven genoemde allergie verwekkers. Deze lichaamsvreemde moleculen worden allergenen genoemd. Waarom er antistoffen tegen allergenen bestaan, is niet precies bekend. Als deze antistoffen in contact komen met allergenen, kunnen ze binden aan mestcellen. Mestcellen zitten vol met cytokinen die een ontstekingsreactie kunnen opwekken. Histamine is zo’n cytokine. Histamine zorgt voor bloedvatverwijding en verhoogt de permeabiliteit van de bloedvatwanden. Als antistoffen met een allergeen aan een mestcel binden, geven de mestcellen hun inhoud af. Er ontstaat dan een kleinschalige ontsteking, die de kenmerkende symptomen tot gevolg heeft.
In zeldzame gevallen kan een allergische reactie gevaarlijk zijn. Mensen die erg allergisch zijn voor bijvoorbeeld bijensteken kunnen in een ernstige shock raken, beter bekend als een anafylactische shock. Tijdens deze shock geven mestcellen door het hele lichaam heen histamine af aan de bloedbaan. Histamine werkt bloedvatverwijdend, wat kan leiden tot een acute bloeddrukverlaging, met soms coma en zelfs de dood tot gevolg.
HIV wordt overgedragen door direct contact door met name bloed, sperma en vaginale afscheidingen. Besmet- ting