De uitdrukking zich weinig aan iemand (of iets) gelegen laten liggen betekent ‘zich weinig van iemand aantrekken, iemand niet belangrijk vinden’. Ze is ontstaan uit een contaminatie van twee oude uitdrukkingen. Ten eerste was er de uitdrukking: aan iemand/iets liggen. De betekenis was: ‘iemand/iets is belangrijk’. Het zinnetje Wat ligt daaraan?, vroeger heel gewoon, wilde dus zeggen: ‘Wat is het belang daarvan? Is dat belangrijk?’ Deze uitdrukking werd verward met de zegswijze aan iemand/iets gelegen zijn (zelfde betekenis), met als resultaat een derde versie: aan iemand gelegen liggen. In de Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart van Betje Wolff en Aagje Deken vraagt iemand zich af: ‘Wie zou ‘er ooit in de wyde waereld aan my een hair breed geleegen leggen?’
De derde stap was, dat laten en zich werden toegevoegd, plus een woord als veel, niets, weinig: je laatje niets, veel, weinig aan iemand gelegen liggen.
Leentjebuur hebben we gespeeld in de uitdrukking zich gedeisd houden (zich stil, rustig houden). Aan het woord gedeisd ligt namelijk het Portugese woord deixe (uitspraak: ‘deizje’) ten grondslag, dat ‘stil!’ betekent. Het komt bijvoorbeeld voor in de aansporing deixe por os pequenos ‘stil voor de kinderen!’ Degenen die het woord in Nederland introduceerden waren de Portugese joden. Het woord kwam vooralsnog niet in het ABN terecht, maar in het Bargoens. ‘Deize voor den vrijer [= kerel], die daar steunt [= zit]’, luidt een voorbeeldzin in De boeventaal van oud-commissaris van politie Köster Henke (1906). Vervolgens werd deizje door de goegemeente opgevat als de gebiedende wijs van een wederkerend Nederlands werkwoord: deis je. Voor het gevoel van de taalgebruiker hield dit in dat er een onbepaalde wijs moest bestaan, namelijk zich deizen; al werd deze in de praktijk niet gebruikt. Van die denkbeeldige onbepaalde wijs werd weer de uitdrukking zich gedeisd houden afgeleid.