Tot welke woordsoort behoort treure(n)? Oorspronkelijk was het een werkwoord, en de vorm met een slot-n is etymologisch gezien dus de juiste. Uit den treuren heeft dezelfde oorsprong als uitentreuren en wilde aanvankelijk zeggen: ‘weg van het verdriet, zorgeloos, opgewekt’. Later kwamen daar nieuwe betekenissen bij: ‘naar hartenlust’, en vandaar ‘onophoudelijk, aan één stuk door’. En ten slotte de betekenis die we nu ook nog kennen: ‘tot in het oneindige, tot vervelens toe’. De betekenis is dus in de loop van de tijd steeds somberder geworden.
Bovendien heeft de uitdrukking veel aanleiding gegeven tot verwarring. In treuren herkende men op den duur geen werkwoord meer. Men zag er een zelfstandig naamwoord in en sinds 1900 laat men vaak de n weg. Tegenwoordig zijn beide vormen ‘toegestaan’, als we op de woordenboeken mogen afgaan. Een ander punt waarop de verwarring heeft toegeslagen, is het voorzetsel. Immers, naast uit den treure(n) komen we ook vaak tot uit den treure en tot in den treure tegen, als gevolg van contaminatie met de uitdrukking tot in het oneindige. Een ander tweeslachtig product is tot in den treure toe. Deze variant is ontstaan uit uit den treure en tot vervelens toe.