Gezegden

Riemer Reinsma (1998)

Gepubliceerd op 17-04-2025

Tijd noch geld

betekenis & definitie

Welke zin is het best: 'Hij had noch tijd noch geld' of 'Hij had tijd noch geld'?

Beide zinnen zijn goed. Zowel het enkele noch als noch ... noch behoort tot de standaardtaal. Het enkele noch is goed vergelijkbaar met het voegwoord en. Naast ‘Jan, Piet en Klaas’ staat dan ‘Jan, Piet noch Klaas’. Hoe lang we de opsomming ook maken, zowel en als noch duikt pas op vlak voor het laatste lid van de opsomming.

Het dubbele noch ... noch is vergelijkbaar met en ... en. Naast ‘Én Jan, én Piet, én Klaas’ staat ‘Noch Jan, noch Piet, noch Klaas’. Bij dit type opsomming mag het voegwoord voor geen enkel lid van de opsomming ontbreken. Hierdoor wordt er meer nadruk gelegd op de afzonderlijke leden van de opsomming. Deze constructie heeft ook een voordeel. Neem de volgende zin:

1. Carlos weet hoe hij zijn sokken moet oprollen, hoe hij zijn broeken moet plooien, noch hoe hij zijn overhemden moet strijken.

Onvermijdelijk zal de lezer eerst denken dat Carlos wel weet hoe hij zijn sokken moet oprollen en zijn broeken moet plooien. Pas bij noch beseft hij dat juist het tegenovergestelde wordt

beweerd. Het herhalen van noch zet de lezer direct op het goede spoor:

2. Carlos weet noch hoe hij zijn sokken moet oprollen, noch hoe hij zijn broeken moet plooien, noch hoe hij zijn overhemden moet strijken.

Alweer

'Het is alweer de tiende keer dat deze wedstrijd wordt gehouden.' In de woordenboeken staat bij alweer, 'opnieuw, nogmaals, bij herhaling'. Er staat dus dat het 'opnieuw de tiende keer' is dat de wedstrijd wordt gehouden. Moet alweer hier weggelaten worden?

Nee. Bijwoorden hebben vaak meer betekenissen dan de korte omschrijvingen in woordenboeken doen vermoeden. Alweer kan - afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt - veel meer betekenen dan ‘nogmaals, bij herhaling’ of ‘opnieuw’. In de voorbeeldzin betekent het zoiets als ‘inmiddels’, met de bijgedachte ‘wat gaat de tijd toch snel’.

In ‘Hoe heette je ook alweer?’ betekent alweer samen met ook alwéér iets anders: ‘help me eventjes, want ik ben je naam vergeten’.

De klemtoon speelt een belangrijke rol bij het bepalen van de betekenis:

• Hij is alweer thuis (= dat heeft hij snel gedaan).
• Hij is alwéér thuis (= wat is hij toch vaak thuis).

Zolang alweer in de voorbeeldzin onbeklemtoond is, is er niets mis mee.

< >