Scheppen is altijd een pijnlijk proces geweest, maar dat SCHEPPEN VAN AU GAAT weten we pas sinds Leo Vroman het gedicht Ballade publiceerde. Toch is de uitdrukking vooral bekend geworden doordat ze naderhand voorkwam in de titel van een boek van H.U.
Jessurun d’Oliveira: Scheppen riep hij gaat van Au (1965). Hierin zijn tien interviews met Nederlandse schrijvers gebundeld. Vromans gedicht gaat over een beeldhouwer, genaamd Aarbleddak. De derde strofe luidt:‘Scheppen’, riep hij, ‘gaat van Au’, hier moet nog wat suikerschuim, g aat vanzelf, zoals berouw.
Nog wat ronder. Bloedt mijn duim?
Het is een van die uitdrukkingen waarop geregeld variaties worden gemaakt. In 1993 stond in een krantenartikel: ‘Opvoeden gaat van au, dat weet een kind.’ En Joop den Uyl zei ooit: ‘Regeren gaat van au.’