De uitdrukking rupsje nooit genoeg betekent: het is nooit genoeg, of: mensen zijn nooit tevreden. Ze is van recente datum. In 1969 publiceerde de Amerikaanse schrijver Eric Carle The very hungry Caterpillar. Het kinderboek kreeg in zijn Nederlandse vertaling (1971) de titel Rupsje Nooitgenoeg. Deze Nederlandse versie was niet uit het Engels maar uit het Duits vertaald; in het Duits luidde de titel Die kleine Raupe Nimmersatt.
Het boekje beschrijft hoe op een zondag een eitje openbreekt, er komt een rups uit. ‘Op maandag at hij zich dwars door een appel heen, maar genoeg had hij nog niet. Op dinsdag at hij zich dwars door twee peren heen, maar genoeg had hij nog altijd niet.’ Op zaterdag gaat het beestje zich te buiten aan chocoladetaart, ijsje, zure bom en nog zo wat, en ‘op die avond had hij pijn in zijn buik’. De volgende dag - weer een zondag - eet de rups zich door een groen blaadje. ‘Het voelde zich nu al veel beter. Hij had nu geen honger meer.’ Hij bouwt een cocon en blijft daar meer dan twee weken in zitten. ‘Toen knabbelde hij een gat in de kokon, krabbelde naar buiten en ...was een wonderschone vlinder!’
In 2001 berichtte een krant over de beloning die boeren kunnen krijgen voor milieuvriendelijk landschapsbeheer. Wat bleek? De boeren zijn niet tevreden over de beloning, en het artikel mondde uit in de conclusie: ‘Het is het zoveelste bewijs van “rupsje nooit genoeg”.’