De uitdrukking prettig gestoord is afkomstig van de Amsterdamse psychiater J.A.M (‘Joost’) Mathijsen. Eind jaren zestig leidde de ‘zielkundige’, zoals hij zich in zijn briefhoofd noemde, het koor van prettig gestoorde vrouwen. Volgens de website van het tijdschrift Bres was het koor actief in de jaren zestig en zeventig. Het werd de tegenhanger van het - later opgerichte -
Nurks Mannenkoor. De uitdrukking prettig gestoord ging een eigen leven leiden, en betekende zoveel als ‘een beetje gek, maar op een aardige of leuke manier’. In maart 2000 verklaarde Bram Peper aan de vooravond van zijn aftreden als minister: ‘Hoewel ik prettig gestoord ben in mijn liefde voor het openbaar bestuur, zou ik met mijn aanblijven datzelfde openbaar bestuur in de weg staan.’
