De uitdrukking nuttige idioot is, naar algemeen wordt aangenomen, in omloop gebracht door de Russische leider Lenin. Hij doelde daarmee op zijn sympathisanten in het kapitalistische westen. Sinds de val van het communisme zijn er niet zoveel nuttige idioten meer over. Toch leeft de uitdrukking nog volop, al is de betekenis veel breder geworden. In principe kan iedere politieke partij nu zijn nuttige idioten hebben: het gaat dan om geestverwanten (niet noodzakelijkerwijs sympathisanten!) in het andere kamp. Toen de Partij van de Arbeid een aantal jaren geleden naar rechts opschoof en minder aandacht ging besteden aan de sociaal zwakkeren, bestempelde de Volkskrant de ‘rechtse’ PvdA’ers als de nuttige idioten van het CDA.
Lenin had ook nog een andere koosnaam voor zijn buitenlandse fans: ik-ook-communisten. Opvolger Stalin was trouwens evenmin complimenteus. Hij noemde de buitenlandse meelopers ‘huurlingen die bij ons op de loonlijst staan’.