Met horten en stoten betekent ‘met schokken, ongeregeld’. Het woord hort was een technische term uit de riddertijd. Het was de stoot of schok die de middeleeuwse ridders ondergingen als ze bij een toernooi op elkaar botsten. De uitdrukking is dus dubbelop, want een hort was ongeveer hetzelfde als een stoot. Hort is ontleend aan het Franse woord heurt. We kennen het woord nu alleen nog in de bovengenoemde uitdrukking. In de huidige vorm dateert die van het laatste kwart van de achttiende eeuw; maar daarvóór vinden we haar, met een andere woordvolgorde, al in 1625. In een gedicht uit dat jaar lezen we: ‘Het [water] comt gebobbelt uyt [= stroomt borrelend uit] met stooten en met horten.’
Nog een kleine eeuw geleden kon je hort ‘los’ gebruiken, zonder de onvermijdelijke stoot. In 1901 komen we bij A. Germonprez, in haar bundel schetsen en novellen, deze passage tegen: ‘schrikkend bij elken hort van het logge voertuig’.