De uitdrukking houdt verband met Pasen. Het was vroeger algemeen gebruikelijk dat men zich met Pasen in nieuwe kleren uitdoste.
Deze traditie bestond al in de Middeleeuwen. De Hollandse dichter Willem van Hildegaersberch (15de eeuw) maakte er al terloops melding van: ‘Die paesschen quam, tfolc wert moy.’ En als men geen nieuwe kleren aantrok, probeerde men er in elk geval mooi uit te zien. In de klucht Symen sonder soeticheyt laat Bredero de hoofdpersoon, Symen, een twintig jaar oud pak aantrekken nogal ouderwets, maar Symen zelf denkt dat hij er prachtig in uitziet: ‘Terstont (= zo dadelijk) selmen (= zal mij) het volck eens op sen Paes heylighe daechs zien.’