Gezegden

Riemer Reinsma (1998)

Gepubliceerd op 17-04-2025

Groen en geel

betekenis & definitie

In de uitdrukking het wordt mij groen en geel voor de ogen (‘ik word er duizelig van’) stond de kleurcombinatie groen en geel vanouds voor ‘duizelig makend’. De volgorde van de kleuren heeft niet altijd vastgestaan. Zo koos Nicolaas Beets de omgekeerde volgorde. In de Camera Obscura schreef hij: ‘Men merkt op dat de huifkar een uitmuntend middel van vervoer is voor personen, die niet gaarne willen dat al wat zij voorbijrijden hun geel en groen voor de oogen wordt.’ Maar de kleur groen alléén kon ook een aanduiding zijn van duizeligheid; dat was althans zo in het begin van de zeventiende eeuw. Bredero schreef in 1612: ‘Hoe swindelt [= duizelt] my myn hooft? Myn ooghen sien al [= alles] groen.’

Bij de uitdrukking groen en geel zien van nijd heeft de kleurcombinatie een heel andere achtergrond. Het Woordenboek der Nederlandsche taal (verder WNT te noemen) kende in 1876, toen het desbetreffende deel samengesteld werd, alleen de kortere versie geel zien van nijd. Geel was de symboolkleur voor de jaloezie. Iemand die jaloers was produceerde volgens het volksgeloof namelijk een teveel aan gal. De toneelschrijver H.J. Schimmel liet in 1849 een van zijn personages zeggen: ‘Wel man! Wat kijk je kwaadaardig, wat ben je geel; krek eender als onze dominee als hem de gal plaagt.’ De kleur groen is pas in de twintigste eeuw toegevoegd, kennelijk onder invloed van de uitdrukkingen het wordt mij groen en geel voor de ogen en groen en geel zien (duizelig zijn).

In het Fries zijn de duizelingwekkende kleuren net weer anders. In vertaling: het wordt mij groen en blauw voor de ogen.

< >