Waar komt het 'verbod' vandaan om gebakje te zeggen in plaats van taartje?
Dit is in elk geval geen verbod dat op taalkundige gronden berust. In de standaardtaal is het even correct en beschaafd om te spreken van gebakje als van taartje. Maar in de hoogste kringen hield men er vroeger (en houdt men er nog wel) de opvatting op na dat het woord gebak beslist niet kon; je diende taart te zeggen. De adel had (en heeft voor een deel nog steeds) een eigen taal, een eigen dialect, waarmee men zich kon onderscheiden van de ‘gewone burger’. Kenmerkend zijn de vele Franse woorden en uitdrukkingen, zoals een douceurtje voor een fooitje, of getroebleerd in plaats van in de war. Vooral het niét gebruiken van bepaalde woorden speelde een rol (streng afgekeurd werden bijvoorbeeld wezen (als werkwoord, in ‘ik ben wezen kijken’) en leuk. Daarnaast waren in dit dialect van de adel een heleboel woorden niet gangbaar; zo zei men niet pilsje maar biertje, niet naakt maar bloot, en niet kaart of ansicht maar briefkaart.