Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie B
- beduimelen
- beduusd
- beduveld
- beduvelen
- bedwang
- bedwants
- bedwateren
- bedwelmen
- bedwelming
- bedwingen
- beëdigen
- beëindigen
- beek
- beeld
- beeldband
- beeldbuis
- beelddrager
- beeldenaar
- beeldend
- beeldengalerij
- Beeldenstorm
- beelderig
- beeldhouwen
- beeldhouwer
- beeldig
- beeldmerk
- beeldplaat
- beeldrijk
- beeldruis
- beeldscherm
- beeldschoon
- beeldschrift
- beeldsnijder
- beeldspraak
- beeldtelefoon
- beeldverhaal
- beeldvorming
- beeltenis
- beemd
- been
- beenbreuk
- beendergestel
- beendermeel
- beenham
- beenhouwer
- beenmerg
- beenmergpunctie
- beenwarmer
- beenweefsel
- beer
- beerput
- beërven
- beest
- beestachtig
- beestenbende
- beestenboel
- beet
- beethebben
- beetje
- beetkrijgen
- beetnemen
- beetpakken
- bef
- BEF
- befaamd
- beffen
- begaafd
- begaafdheid
- begaan
- begaanbaar
- begeerlijk
- begeerte
- begeestering
- begeleiden
- begeleider
- begeleiding
- begenadigd
- begeren
- begerenswaardig
- begerig
- begeven
- begieten
- begiftigen
- begijn
- begijnhof
- begin
- beginkapitaal
- beginneling
- beginnen
- beginnersrijbewijs
- beginsel
- beginselpartij
- beginselverklaring
- beglazing
- begluren
- begoed
- begon
- begonia
- begonnen
- begoochelen