Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie B
- bultenaar
- bulterriër
- bultig
- Buma/Stemra
- bumper
- bumperkleven
- bun
- bundel
- bundelen
- bunder
- bungalow
- bungalowpark
- bungalowtent
- bungeejumpen
- bungelen
- bunker
- bunkeren
- bunzing
- buo
- bups
- burcht
- bureau
- bureaublad
- bureaucraat
- bureaucratie
- bureaucratisch
- bureauredacteur
- bureel
- burengerucht
- buret
- burgemeester
- burgemeesterssjerp
- burger
- burgerbevolking
- burgerij
- burgerkleding
- burgerlijk
- burgerluchtvaart
- burgeroorlog
- burgerplicht
- burgerrecht
- burgerschap
- burgerservicenummer
- burgervader
- burgerwacht
- burgerzin
- burlen
- burlesk
- burn-out
- burrito
- bursaal
- bus
- busbaan
- busbak
- buschauffeur
- busdienst
- bushalte
- bushbush
- business
- businessclass
- businessunit
- buskruit
- buslichting
- buso
- bussel
- busstation
- busstrook
- buste
- bustehouder
- butaan
- butagas
- butler
- buts
- button
- buttondown
- buur
- buurjongen
- buurland
- buurman
- buurmeisje
- buurpraatje
- buurt
- buurtbus
- buurtcentrum
- buurten
- buurthuis
- buurtschap
- buurtvereniging
- buurtwerk
- buurtwerker
- buurvrouw
- buut
- buxus
- buy-out
- BuZa
- buzz
- buzzer
- buzzword
- bv
- BV
