Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie B
- brouilleren
- brousse
- brouwen
- brouwerij
- brouwsel
- brownie
- browning®
- browsen
- browser
- BRT
- brug
- brugdag
- brugfunctie
- bruggenhoofd
- brugjaar
- brugklas
- Brugman
- brugpensioen
- brugpieper
- brugwachter
- brui
- bruid
- bruidegom
- bruidsboeket
- bruidsdagen
- bruidsjonker
- bruidsjurk
- bruidsmeisje
- bruidspaar
- bruidsschat
- bruidssluier
- bruidsstoet
- bruidssuiker
- bruikbaar
- bruikleen
- bruiloft
- bruin
- Bruin
- bruinbrood
- bruinen
- bruingoed
- bruinhemd
- bruinkool
- bruinvis
- bruisen
- bruistablet
- bruiswater
- brulaap
- brulboei
- brullen
- brunch
- brunchen
- brunette
- brushes
- brut
- brutaal
- brutaalweg
- brutaliteit
- bruto
- bruto-inkomen
- bruusk
- bruuskeren
- bruut
- BS
- BSc
- BSE
- bsn
- bso
- btw
- btw-tarief
- bubbel
- bubbelbad
- bubbelen
- bubbels
- bubble tea
- bubblegum
- bucketlist
- buddy
- budget
- budgetneutraal
- budgettair
- budgetteren
- budo
- buffel
- buffelen
- buffer
- bufferen
- bufferzone
- buffet
- bug
- bugel
- buggy
- bühne
- bui
- buidel
- buideldier
- buigbaar
- buigen
- buiging
- buigzaam