Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie B
- bonden
- bondgenoot
- bondgenootschap
- bondig
- bonding
- bondscoach
- Bondsdag
- bondskanselier
- bondsstaat
- bonenkruid
- bonenstaak
- bongerd
- bongo
- bonhomie
- bonificatie
- bonje
- bonjour
- bonjouren
- bonk
- bonken
- bonkig
- bonnefooi
- bonnet
- bons
- bonsai
- bont
- bontjas
- bonus
- bonus-malusregeling
- bonusaandeel
- bonze
- bonzen
- boobytrap
- bood
- boodschap
- boodschappenkar
- boodschapper
- boog
- boogbal
- boogiewoogie
- boogscheut
- boogschutter
- Boogschutter
- bookmaker
- bookmark
- bookmarken
- boom
- boomdiagram
- boomer
- boomfeestdag
- boomgaard
- boomgrens
- booming
- boomklever
- boomkruiper
- boomlang
- boomleeuwerik
- boommarter
- boompieper
- boomschors
- boomstam
- boomstronk
- boomvalk
- boomvaren
- boon
- boor
- boord
- boordcomputer
- boorden
- boordevol
- boordwerktuigkundige
- booreiland
- boorkever
- boormachine
- boormossel
- boorplatform
- boort
- boortoren
- boorwater
- boorzuur
- boos
- boosaardig
- boosdoener
- boost
- boosten
- booster
- booswicht
- boot
- bootcamp
- bootcampen
- booten
- bootshaak
- bootsman
- boottocht
- boottrailer
- boottrein
- bootvluchteling
- bootwerker
- bop
- borax
