Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie B
- bladstil
- bladvulling
- bladwijzer
- bladz.
- bladzijde
- blaffen
- blaffer
- blaken
- blakend
- blaker
- blakeren
- blamage
- blameren
- blancheren
- blanco
- blank
- blanke
- blasé
- blasfemie
- blaten
- blauw
- blauwbaard
- blauwbekken
- blauwblauw
- blauwdruk
- blauweregen
- blauwhelm
- blauwspar
- blauwtje
- blauwtong
- blauwvoet
- blauwzucht
- blauwzuur
- blazen
- blazer
- blazoen
- bleachen
- bleef
- bleek
- bleekgezicht
- bleekneus
- bleekscheet
- bleekselderij
- bleekwater
- blei
- bleken
- blender
- blèren
- bles
- blesseren
- blessure
- blessuretijd
- bleu
- bleven
- bliek
- bliep
- blies
- blieven
- bliezen
- blij
- blijdschap
- blijf
- blijf-van-mijn-lijfhuis
- blijk
- blijkbaar
- blijken
- blijkens
- blijmoedig
- blijspel
- blijven
- blijvend
- blijver
- blik
- blikgroente
- blikken
- blikkeren
- blikopener
- blikschade
- bliksem
- bliksemactie
- bliksemafleider
- bliksembezoek
- bliksemcarrière
- bliksemen
- bliksemflits
- bliksems
- bliksemschicht
- bliksemsnel
- bliksemstraal
- blikslager
- blikvanger
- blikveld
- blikvoedsel
- blind
- blind date
- blinddoek
- blinddoeken
- blinde
- blindedarm
- blindedarmontsteking
