de - van de macht, oorspr. de titel van een lezing uit 1966 (‘The Arrogance of Power’) van de Amerikaanse senator J. Willi- am Fulbright (een democraat en een intellectueel), waarin hij zijn scepticisme uitte tegenover de Amerikaanse inmenging in Vietnam en de Dominicaanse Republiek. Tegenwoordig een journalistencliché, gebruikt wanneer er wordt vastgesteld dat politici en hoogge-plaatste ambtenaren hun boekje te buiten gaan en misbruik maken van hun machtspositie.
Nu vormen de Duitsers en Spanjaarden de grootste blokken in de EVP. Maar dat twee leiders van nationale partijen even uitmaken wie voorzitter wordt van het Europees Parlement gaat nogal wat parlementariërs te ver. ‘Arrogantie van de macht’, briest de Nederlandse leider van de liberaal-demo- cratische fraaie, Gijs de Vries. (HP/De Tijd, 03/01/97)