schertsend gezegd tegen iemand die allerlei veronderstellingen oppert, die voortdurend het woord als (uitspraak ‘as’) in de mond neemt. Men gebruikt ook wel de zegswij ze as as meel was, aten we iedere dag pannenkoeken (o.a. voorkomend in De steile helling van Maarten ’tHart, 1988). Vgl. ook de opmerkingen onder als mijn tante een snor/klootjes/een pikkie had, dan was ze mijn oom.
‘As we op de zaal benne,’ riep Jaapje uit, ‘haal ik altijd krant jou in de kring.’ ‘As is verbrande turf, meende Marijtje... (Jacobus van Looy: Jaapje, 1917) Ik heb behoorlijk gestreken en niet zo’n schijntje maar als ik het over moest doen... ‘As is verbrande turf!’ bracht mevrouw Torenburg laconiek te pas ... (Willem van Iependaal: De bocht in de vaart, 1940)