quiscosáúrus (-a, -um), - van Lat. quiescěre, rusten; aura, wind: op den wind rustend. De naam zinspeelt op den door den wind verbreiden geur der bloemen. - Korthals (zie Korthalsella) geeft bij de {p. 480} door hem Calpandrĭa quiscosaura genoemde, in de Soendalanden gevonden plant de volgende, niet zeer duidelijke uiteenzetting: “Daar de reuk het eenige opmerkelijke is, wat de inlanders aan deze boomen vonden, hebben zij hun den naam Drangdan angien gegeven, waardoor zij aan dezelve invloed op den wind toekennen.” - Drangdan angien, ten rechte Darangdan angin, zou men moeten vertalen met “windvijgeboom”; de plant gelijkt echter in het minst niet op een Ficus. Mogelijk heeft Korthals den naam verkeerd gehoord.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk