Ypey (annaeus) - 1760—1831, geboren te Leeuwarden, studeerde te Franeker, sedert 1784 pred. in verschillende plaatsen, nam in 1794 het beroep aan naar Sas van Gent, waar hij echter, tengevolge van het optreden van het Fransche leger, kerk noch pastorie meer vond. Na twee jaren ambteloos te Middelburg zich aan de studie gewijd te hebben, werd hij 1795 weder pred., 1799 hoogleeraar in de kerkgeschiedenis te Harderwijk, 1812 te Groningen. Vooral bekend is zijn Geschiedenis der Christel, kerk in de 18de eeuw (12 dln. 1812); en de met J. Dermout uitgeg.
Geschiedenis der Nederl. Herv. Kerk (4 dln., 1819).