Franeker - tegenwoordig een Friesche binnenstad die, als kleine gemeente, geheel is ingesloten door Franekeradeel. Oorspronkelijk zal ze wel, als alle Friesche steden, aan open water gelegen hebben en wellicht ontstaan zijn uit een of meer terpen. Dan heeft Harlingen haar later van de open vaart afgesloten, zooals Blokzijl dat b.v. Steenwijk gedaan heeft. De plaats is in elk geval reeds oud; ze kreeg b.v. in 1191 al stadrecht.
Ook heeft ze een groote rol gespeeld in de Friesche geschiedenis; zelfs is ze een tijdlang hoofdstad geweest als residentie van den „potestaat” Albrecht van Saksen ± 1500. — In 1572 bleef ze Spaansch, en ging pas in 1576 tot de Geuzenpartij over. Nu begon al spoedig haar glanstijd, waaruit het prachtige oude voorstuk van het stadhuis met zijn fraaien, vriendelijken toren dateert; ze kreeg in 1585 (waarschijnlijk om haar vroeger aanzien), de Friesche Akademie, die dertig jaar lang de eenige was naast de Leidsche. Beroemde namen als Coccejus, Schultens (Oostersche talen), Hemsterhuis, Valckenaar (Grieksch), Metius (wiskunde) zijn daardoor met Franeker verbonden. Na de opheffing der Akademie door Napoleon is het in 1815 nog beproefd met een Atheneum, maar dat heeft slechts voortgekwijnd tot 1842 en sedert is de zetel der geleerdheid ingenomen door de razernij: het oude, interessante gebouw is nu krankzinnigengesticht. De bibliotheek is overgebracht naar Leeuwarden. Als herinnering aan zijn laatsten tijd van wetenschappelijk leven beroemt Franeker zich nog steeds op zijn Planetarium van den eenvoudigen Eise Eisinga, dat nu helaas al sedert jaren stilstaat; het is vervaardigd in de jaren 1775-80, dus in denzelfden tijd ongeveer, dat het stadhuis zijn vergrooting aan de achterzijde kreeg.
Sinds 1826 behoort het huis van Eisinga met zijn merkwaardige achterkamer aan het Rijk. Franeker is een aardig landstadje gebleven met markten en eenige fabrieken, b.v. pannenbakkerijen en boekdrukkerijen. Het verkeer, reeds begunstigd door de Leeuwarder-trekvaart en vele zijvaarten naar Barradeel, het Bildt, Sneek en Bolsward, is al kort na 1860 verbeterd door den Staatsspoorweg en later door de Friesche tramwegen. De bevolking is geregeld langzaam toegenomen: in 1825 ± 4000, 1857 ± 6000, 31 Dec. 1915 7759. Van F.’s bezienswaardigheden moeten, behalve de statige, zeer ruime Martini-kerk met pilaren rondom het koor (14e en 15e eeuw), nog de Waag, het Klaarkampsterweeshuis en het gemeentehuis van Franekeradeel genoemd worden (dit laatste een deel van het oude Dekama-huis).