Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Wolff-Bekker

betekenis & definitie

Wolff-Bekker - (Elisabeth), Nederl. schrijfster, geb. 1738 te Vlissingen, huwde met den veel ouderen predikant van de Beemster Adriaan Wolff (1759). Alleen schreef zij eerst tal van spectatoriale vertoogen (uit ’t Fransch en Engelsch) en gedichten Walcheren in vier zangen (1769); Lier-, Veld- en Mengelzangen (1772); De onveranderlijke Santhortsche Geloofsbelijdenis en De Meykat en de Dominees-pruik (1772), waarvan de laatste aan minder vrijzinnigen veel aanstoot gaven, daar zij in den geest der „Verlichting” geschreven waren. Van 1776 dateert haar samenwerking met Agatha Deken. Samen schreven zij een serie zedenromans in brieven onder Engelschen invloed (Richardson), waarin zij zeer getrouw het burgerlijke leven van haar tijd weergaven.

Achtereenvolgens verschenen Historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart (2 dln., 1782); Brieven van Abraham Blankaart (3 dln., 1787—89); Historie van Willem Leevend (1784—85); Historie van Cornelia Wildschut of de gevolgen der opvoeding (1793—96), waarvan de eerste den meesten opgang maakte en nog met groote belangstelling gelezen wordt. (Eerste nummer van de Wereldbibliotheek met inleiding van prof. Knappert, 1906). Ook dichtwerken schreven zij samen, o. a.: Economische Liedjes (3 dln., 1780—81). Na den dood van Ds. Wolff waren de beide vrouwen gaan samenwonen, eerst in de Rijp, later (1782) te Beverwijk. Tengevolge van de politieke woelingen trokken zij in 1788 naar Frankrijk (Trevoux in Bourgogne), waar zij een dichtwerk schreven:. Wandelingen door Bourgogne (in 4 zangen, 1789). In 1798 keerden zij terug; wegens het verlies van haar vermogen, in vrij bescheiden omstandigheden levende, woonden zij in Den Haag, waar zij door vertaalwerk in haar onderhoud voorzagen.

Betje overleed 5 November 1804, Aagje 8 dagen later. Uit de vele litteratuur, waarbij ook vaak ter sprake komt de vraag naar het aandeel, dat ieder in de samenwerking heeft gehad, noemen wij: Johanna W. A. Naber, Elisabeth Wolff-Bekker en Agatha Deken (1913); Dr. A. de Vletter, De opvoedkundige denkbeelden van Betje Wolff en Aagje Deken (1915). Sara Burgerhart is in liet Fransch vertaald (1787) en evenals de andere romans, ook in het Duitsch (door J. G. Muller). In 1920 bewerkte Mej. J. Papst „Sara Burgerhart” voor het tooneel.

< >