Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Willem barend johannes van eyk

betekenis & definitie

Willem barend johannes van eyk - geb. 1826 te Utrecht, overl. in den Haag, 1899, promoveerde te Utrecht in de theologie, was predikant te Hindeloopen en te Deventer, en hier tevens hoogleeraar in het Hebreeuwsch aan het Athenaeum, werd 1880 districts-schoolopziener in Haarlem en in 1886 inspecteur van ’t middelb. onderw.; hij schreef o. a. Hendrik Voes (tafereel uit de geschiedenis der martelaren van de Evang. godsdienstvrijheid, 1854); Het openhaar lager onderwijs van Europeanen in Nederl.-Indië (1870); Hoofdonderwijzersnood (1885); redigeerde 1864-75 met dr. W. J. Bok de „Vaderl. Letteroefeningen”, en leverde bijdragen in proza en poëzie in almanakken en jaarboekjes, waaruit bij een bundel Analecta rediviva (1897) verzamelde („niet in den handel”) voor zijne vrienden, die hem op zijn 70sten jaardag hadden gehuldigd.

< >